Magazine Felisenum

9 Gymnasium Felisenum - Velsen Zuid Annemijn – uit Santpoort-Zuid ‘Ik fiets altijd samen met mijn vriendinnen Zara en Jackie naar school. We fietsen nooit met zijn drieën naast elkaar. Meestal fietsen er twee achter elkaar en dan eentje in het midden ernaast. We kletsen dan over de dag die komen gaat. Over welke vakken we hebben, hoe laat we uit zijn. Ik ben soms zo aan het kletsen dat ik niet goed uitkijk. Onderweg is mijn telefoon al een keer uit mijn fietskratje gevallen bij een hoge hobbel. En ik ben er een keer op gaan zitten toen hij in mijn achterzak zat. Nu zit er een barst in!’ Isa – uit Wijk aan Zee ‘Ik doe er veertig minuten over om naar school te fietsen. In het begin vond ik het wel wennen: vroeg opstaan, ver fietsen en later thuis dan vroeger. Maar nu ik gewend ben, valt het me mee. Ik fiets meestal samen met een vriendin. Ik ken haar van de basisschool. Het is ongeveer een half uur fietsen naar de pont. We fietsen dan niet zo snel, hoor. We nemen ook steeds een andere route, een beetje variatie vinden we leuk. Op de pont kom ik andere leerlingen van het Felisenum tegen. Dat is druk, maar wel erg gezellig!’ Marije – uit Velserbroek ‘Ik fiets meestal via een omweg naar school, via Driehuis, omdat mijn moeder het eng vindt om mij alleen door het bos te sturen. Ik fiets alleen, omdat niemand uit mijn klas uit mijn buurt komt. Ik ben namelijk de enige van mijn basisschool die naar het Felisenum is gegaan. Ik vind het niet superleuk om naar school te fietsen, want ik moet eerst over een fly- over en daarna nog onder de treinbaan door. Dat is dus best doortrappen. Maar ik heb nu wel een betere conditie!’ Hoe ga jij naar school? Thomas – uit Haarlem ‘Ik vertrek meestal om 10 voor 8 van huis en spreek om 5 voor 8 af met Anne-Sophie bij de Dekamarkt op de Planetenlaan. Dan fietsen we samen naar school. Onderweg zijn er altijd twee rubberen paaltjes waar we met onze voet tegenaan tikken en dan roepen we “paaltie!”. Het paaltje gaat dan heen en weer. We doen dit elke ochtend en in de middag op weg naar huis. We zijn altijd op tijd op school. Eén keer was mijn fiets een beetje stuk en moest ik flink doorploegen, maar onder aanmoediging van Anne-Sophie was ik toen nog net op tijd.’